Minitaartjes met lentegroente en spekreepjes
Als je hier geen trek van krijgt...

(koelverse) doperwten (vuil gewicht: 1 kg)
bosje jonge wortelen, geschraapt, kleingesneden
sperziebonen, afgehaald, in kleine stukjes
kleine courgette, schil grotendeels verwijderd, in kleine stukjes
kleine uien, gesnipperd
zout
klontje boter
olijfolie
peper
suiker
hh kruimeldeeg
(magere) spekreepjes
handvol jonge slablaadjes
druppels balsamico-azijn
parmezaanse kaas
gemalen peper
6 kleine taartvormpjes, ingevet
Laat de groente 10 à 15 min koken in een bodempje water met het deksel op de pan. Voeg een snufje zout toe als al het water is verdampt. Voeg de boter, wat olijfolie, peper en suiker toe. Hou warm. Verwarm de over voor op 180°C. Steek met een omgekeerd glas 6 rondjes uit het kruimeldeeg en leg ze in de vormpjes. Prik het deeg in met een vork, leg er bakpapier op en schep de groenten erop. Zet ± 15 min in de oven. Bak intussen de spekjes goudbruin in een beetje olijfolie. Haal het bakpapier en groente uit de vormpjes en laat het deeg nog 5 min in de oven bakken. Leg de slablaadjes op het deeg en verdeel de groente en spekjes erover. Bedruppel met de azijn, garneer met parmezaanse kaas en breng op smaak met peper.
Basisrecept: met de keukenmachine: mix 250 g bloem, 2 mespuntjes zout, 1 mespunt suiker, 150 g koude in stukjes gesneden boter tot een kruimige massa. Voeg 1 ei en 6 el melk toe en meng tot een stevige bal die loslaat van de kom. Dek af en zet het deeg 3 uur op een koele plek. Geen keukenmachine? Gebruik dan boter die op kamertemperatuur is.