Rösti kentang blado met gepocheerd ei en komijnzout
Ken je die Indonesische pikante frietjes? Dan moet je deze rösti eens proberen.

Ken je die Indonesische pikante frietjes? Tel daar mijn liefde voor rösti bij op en voilà: Indo-rösti. Of krokante kruidige aardappelkoekjes, met al die toevoegingen mag het natuurlijk geen rösti meer heten, maar soit.
eitjes, kakelvers, liefst biologisch
Natuurazijn
Paar takjes bosui, in ringetjes
Tuinkers
Fleur de sel of Maldon-zout
komijnzaadjes, gekneusd in de vijzel
grote teen knoflook
grote sjalot
vastkokende aardappelen (stuk of 4)
maïzena
Zout
sambal oelek (ik gebruik die van Fair Trade
Original, die is lekker scherp en fair)
grote blaadjes djeroek poeroet (citroenblad,
diepvries mag), verkrijgbaar bij de toko
ketjap manis (ik gebruik altijd het merk
Kaki Tiga)
Klein stukje Javaanse suiker of 1 tl kokosbloesemsuiker
Zonnebloemolie, om mee te bakken
Keukenmachine of mandoline
- Begin met de rösti.
- Schil de aardappelen – aardappels met een dunne schil kun je ook zo verwerken, was ze dan eerst en droog ze goed. Als je een keukenmachine hebt, snij dan met behulp van de raspschijf mooie sliertjes van de aardappels. Geen keukenmachine? Snij de aardappels met een mandoline in dunne plakken en snij die weer in lucifers. Raspen op een grove rasp kan ook. Doe de aardappelrasp in een vergiet en zet die op een kom. Bestrooi met een flinke snuf zout en een paar eetlepels maïzena, hussel goed door elkaar en laat even staan (niet te lang, dan worden de aardappels bruin). Er zal nu veel vocht uitlopen en zo wordt de rösti straks knapperiger.
- Snipper de ui en doe in een kom met de sambal en de ketjap. Rasp er met een scherpe rasp de teen knoflook boven (of gebruik de pers). Rasp ook het stukje Javaanse suiker en de trassi boven de kom. Verwijder de middennerf van het citroenblad en hak het blad zeer fijn. Voeg toe aan de kom, meng alles door elkaar en proef even. Breng eventueel nog op smaak met een snuf zout (meestal is de sambal oelek al vrij zout). Knijp het aardappelmengsel uit boven de zeef en meng het ketjapmengsel erdoor. Er komt nu weer vocht bij door de ketjap dus knijp het mengsel nog even lichtjes uit voor het de pan in gaat.
- Verwarm de oven voor op 180°C. Verhit een scheut zonnebloemolie in een grote pan met antiaanbaklaag. Voeg telkens twee soeplepels aardappelmengsel toe en druk plat. Bak de rösti’s op laag vuur zo’n 7-9 min, draai ze om en bak nog 7 min. herhaal met de overige rasp. Hou de rösti warm in de oven. Breng intussen een pan water aan de kook en giet er een scheut natuurazijn in. Breek een ei in een klein zeefje en laat het overtollige eiwit eruit lopen. Hou het water tegen de kook aan en roer er een ‘kolkje’ in. Laat het ei in het water glijden. Pocheer het ei 2-3 min en haal het dan met een schuimspaan uit de pan. Bewaar op een warm bord bedekt met aluminiumfolie of in een schaaltje warm water. Ga door tot alle eieren gepocheerd zijn. Pocheerpro’s kunnen meerdere eieren tegelijk doen.
- Leg op elke rösti een ei en bestrooi met bosuiringetjes en tuinkers. Meng 1 el fleur de sel met het komijnzaad en serveer dit erbij.
Receptuur en foodstyling Vanja van der Leeden